Een proefonderzoek op de site van de Oude Post, langs de Hoedenmakersstraat in Brugge, levert een topvondst op: een 700 jaar oud zilveren fluitje met een fluitje. Het kleinood is 4 cm lang en bestaat uit een typisch gestileerd mannengezicht met een gevleugeld fallusje op de kruin. De vorm en stijl zijn typisch voor de periode tussen 1275 en 1350. Het fluitje is vervaardigd in zilvertin, een legering van zilver en lood. Het blaaspijpje is gegroefd met op de overgang van het pijpje naar het kopje een hangoogje. Aan dat oogje  zat een koordje, dat rond de hals hing.

Archeologen vinden wel vaker insignes, speldjes en andere kleinoden in metaal met seksueel getinte voorstellingen. De beeldspraak heeft te maken met lust en overspel. Bepaalde muziekinstrumenten hebben seksuele connotaties:  een doedelzak of een fluit zijn  een metafoor voor het mannelijk geslacht. Ook dieren, zoals een vogel verwijzen naar het mannelijk geslachtsdeel: vandaar de vleugeltjes. De erotische voorwerpen zijn belangrijk voor hun amusementswaarde, maar ook als vruchtbaarheidssymbool. Het is de eerste keer dat een dergelijk fluitje met een gevleugelde fallus op het hoofd is aangetroffen.