Kan je ons meer info bezorgen? Of klopt de informatie niet volledig? Laat ons iets weten via dit formulier. We maken jouw bericht niet zichtbaar voor andere bezoekers.
Het spoortijdperk begon in Brugge op 12 augustus 1838, met de plechtige ingebruikneming van de lijn Gent-Brugge. Dit gebeurde in aanwezigheid van koning Leopold I en koningin Louise-Marie. Een paar…
Het spoortijdperk begon in Brugge op 12 augustus 1838, met de plechtige ingebruikneming van de lijn Gent-Brugge. Dit gebeurde in aanwezigheid van koning Leopold I en koningin Louise-Marie. Een paar weken later, op 28 augustus, werd het baanvak Brugge - Oostende ingereden. In Brugge volgde de spoorlijn het tracé van de huidige Koning Albert I-laan en de Hoefijzerlaan. Het station stond op 't Zand. De stad beschikte echter nog niet onmiddellijk over een volwaardig stationsgebouw. In de beginjaren fungeerde een voormalig wachtlokaal van de politie (de Corps de Garde) als voorlopig station. Het eigenlijke stationsgebouw kwam pas in 1844 gereed. Het was opgetrokken in classicistische stijl. Ontwerper was Auguste Payen, de architect van de Belgische Staatsspoorwegen. Nauwelijks een paar decennia later voldeed het gebouw al niet meer. Door het toenemende succes van de trein en de opening van nieuwe spoorlijnen - naar Kortrijk in 1846-1847, naar Eeklo en Blankenberge in 1863 - was het te klein geworden. Het werd in 1879 gesloopt en kort nadien in Ronse heropgebouwd. We zien hier het station aan de zijde van de perrons. Links zien we de herbouwde toren van de St.-Salvatorskerk en de O.L.-Vrouwetoren met de eerste hotels die in neo-klassieke stijl opgericht werden o.a. 'A l'Entrée de la Station', 'Le Singe d' Or en de 'Comte de Flandre'. We zien ook nog het octrooikantoor en de hekken. Rechts de in 1681 gebouwde kapel van het Capucienenklooster dat in 1867 ten dode opgeschreven werd. Op de voorgrond zien we een tweetal locomotieven.