Kan je ons meer info bezorgen? Of klopt de informatie niet volledig? Laat ons iets weten via dit formulier. We maken jouw bericht niet zichtbaar voor andere bezoekers.
De renner belandde tijdens een training ongelukkigerwijs in de Damse Vaart, mogelijks na een hartaanval, en verdronk. De rouwdienst vond plaats in de Brugse Sint-Annakerk. Op de opname zien we de…
De renner belandde tijdens een training ongelukkigerwijs in de Damse Vaart, mogelijks na een hartaanval, en verdronk. De rouwdienst vond plaats in de Brugse Sint-Annakerk. Op de opname zien we de kist en de rouwstoet op de Stedelijke Begraafplaats te Assebroek. Op 11 maart 2021 ontvingen we vanwege Bart Vandenbussche volgende reactie: 'Het commentaar van de beeldbank bij deze serie van 21 foto's bevat een drietal onjuistheden • Wie was het slachtoffer? Sylvain De Block was de broer van de Brugse wielrenner Louis De Block. Deze laatste, die nog bij zijn moeder-weduwe in de Ganzenstraat woonde, was op bezoek bij zijn broer in Damme om er te vissen in de Damse vaart. Louis is vermoedelijk onwel geworden en hij verdronk in de Damse Vaart. Louis De Block stond nochtans bekend als een ervaren zwemmer. • Onder welke omstandigheden kwam hij in de Damse Vaart terecht? Louis De Block was niet meer aan het trainen, want zijn rennerscarrière zat in 1953 wat in het slop, nadat hij in 1952 het Regelmatigheidscriterium van het Burgerwelzijn voor juniores had gewonnen. Daarom had hij op het einde van het wielerseizoen 1953 - enkele weken nadat hij naar de categorie van de onafhankelijken was overgestapt - besloten om zijn racefiets aan de haak te hangen en de rest van het seizoen te rusten. Om zijn zinnen te verzetten wilde hij twee dagen (donderdag en vrijdag 24 en 25 september 1953) gaan vissen in de Damse Vaart. Hij overnachtte er bij zijn broer Sylvain. En op vrijdagmiddag nam hij het middagmaal bij zijn broer. Na het middagmaal ging hij terug hengelen aan de Damse Vaart. Toen hij te lang afwezig bleef, ging zijn broer op zoek langs de waterkant, waar hij zijn fiets vond, maar van Louis was er geen spoor. Pas om 20u30 werd het lijk van de ongelukkige renner Louis De Block uit het water gehaald. Op zaterdagmorgen deed het even onverwachte als akelige nieuws in Brugge de ronde en bereikte het de lokale kranten. • Wanneer speelden deze feiten zich af? Ook het jaartal (1955) klopt niet. De verdrinking vond plaats op vrijdag 25 september 1953 in de namiddag. Zijn begrafenis situeerde zich op woensdag 30 september 1953 Een lijkwagen haalde het stoffelijk overschot van Louis De Block op woensdag 30 september 1953 in het Damse dodenhuisje op en voerde het naar de Kruispoort, waar om 8u30 de rouwstoet werd gevormd. Achter de vaandeldrager van de Brugse Velosport droegen renners uit het Brugse talrijke kransen en bloemstukken: onder andere van de BWB-afdeling West-Vlaanderen, van de gebuurtekring van de Ganzenstraat, van de Brugse Velosport, van de Maldegemse Jonge Krachten en van talrijke supportersafdelingen. Een tiental renners van de Brugse Velosport ( Hilaire Couvreur, André Leliaert, Staf Salembier, A. Blomme, Cyreen Minne, Annys, Van Coilie, Dhooge en Van Haecke) namen de lijkkist van hun betreurde makker over en droegen om beurten de kist naar de parochiekerk van Sint-Anna. Na de lijkkist volgden de familieleden en honderden supporters, vrienden en geburen. Om 9 uur vond in de Sint-Annakerk de rouwdienst plaats. De erg ruime kerk was voor de gelegenheid veel te klein voor de honderden en honderden sportmensen die De Block een laatste groet wilden brengen: gedurende meer dan een uur schoven de mensen aan voor de offerande. Afgevaardigde Generaal Georges Vande Kerckhove en secretaris van het sportcomité Mathieu Brouwers vertegenwoordigden de Belgische Wielrijdersbond. Ook het voltallige bestuur van de Brugse Velosport was aanwezig: erevoorzitter Gabriel Deleu, voorzitter Gerard Proot, secretaris Julien Kint, Edward Bonheure, Camiel Van Damme, André Van Waeyenberghe, Joseph Maertens, Alfons Verhé. Ook Raymond Defruyt, bestuurder van de Brugse wielerbaan, tekende present naast talrijke afgevaardigden van andere sportverenigingen, evenals E.H. Lommez, proost van de Brugse sportbeoefenaars. Na de uitvaartmis zette de lijkstoet zich op gang naar de Stedelijke Begraafplaats in Assebroek, waar Georges Vande Kerckhove in naam van de Belgische Wielrijdersbond als laatste vaarwel een diep ontroerende rede uitsprak. BRONNEN: Brugsche Courant, 30 september 1953, p. 3 en 3 oktober 1953, p. 6; Burgerwelzijn, 2 oktober 1953'. Wij danken de heer Vandenbussche voor de bijsturing van de datering, de rechtzetting en uitvoerige informatie.