In de Registers van de Zestendelen hield het Brugse stadsbestuur tussen 1580 en 1800 voor elk huis verkopen, hypotheken, erfdienstbaarheden en inbeslagnemingen chronologisch bij. Die registers zijn dus het oude kadaster van de stad en een unieke bron voor historisch huizenonderzoek. Woon je in de binnenstad en ben je benieuwd wie er vroeger eigenaar was van je huis? Het antwoord vind je hier.
De naam zestendelen verwijst naar de bestuurlijke indeling van Brugge in zes secties: Sint-Jans, Sint-Donaas, Onze-Lieve-Vrouw, Sint-Jakobs, Sint-Niklaas en Carmers. Per zestendeel was er een apart register waarin elk huis een pagina kreeg.
Op 21 november 1579 werd bij Hallengebod bekendgemaakt dat voortaan alle transporten van en lasten op onroerende goederen geregistreerd moesten worden. Dat was niet het gevolg van een koninklijk plakkaat, maar een eigen initiatief van het calvinistische stadsbestuur (1578-1584). Dit bestuur wilde met nieuwe regels zijn gezag vestigen en een einde maken aan de vele ongeregeldheden. Zo was het schering en inslag dat bij de verkoop van een huis de renten of hypotheken verzwegen werden.
De Registers van de Zestendelen moesten in een woelige periode de rechtszekerheid rond een eigendom waarborgen. Daarnaast creëerde het stadsmagistraat met de registers een uitstekend werkinstrument om verschillende belastingen op de huurwaarde of de verkoopprijs van huizen vlotter te innen.
In elk zestendeel kreeg elk huis, elke molen of heester een genummerde bladzijde in het register. De opsomming van de gebouwen en gronden gebeurde op basis van de ‘cirkels’: de wijken of huizenblokken in elk zestendeel, in totaal 119, die bestonden uit straten of delen van straten.
Bovenaan op het blad werd het huis gesitueerd met verwijzing naar de straat, de straatzijde, de toen gekende eigenaar en de huisnaam. Daaronder volgde de chronologische opsomming van alle akten van verkoop, schenking, inbeslagneming of hypotheek voor het pand. Stond een bladzijde vol, dan ging het verder op het eerstvolgende nog onbeschreven blad met verwijzing van de ene naar de ander bladzijde. Zo kun je bladeren door meer dan twee eeuwen huizengeschiedenis.
Elk huis heeft een uniek nummer dat verwijst naar het zestendeel waarin het huis staat en de startpagina in de registers. Het nummer JAN/0245 verwijst bijvoorbeeld naar het huis in het Sint-Janszestendeel dat je vindt in het register op pagina 245.
Naast de huidige huisnummers kom je in de databank ook ‘Oostenrijkse’ huisnummers tegen. Die nummering werd ingevoerd in 1790 en gebeurde per wijk. Elk huisnummer bestond uit een sectieletter, een wijknummer en een huisnummer. B7/24 verwijst bijvoorbeeld naar het 24e huis in de 7e wijk van de sectie B. Die huisnummers waren tot 1866 in gebruik en staan op het kadastraal plan van Popp uit 1865.
Tot enkele jaren geleden kon je de data uit de zestendelen doorzoeken op de website kaartenhuisbrugge.be. Om technische redenen kan deze website niet opnieuw beschikbaar worden gemaakt. Je kan de data doorzoeken op Erfgoed Brugge, maar je kan er ook zelf mee aan de slag door de volledige dataset hieronder te downloaden.