Bij grootschalige opgravingen op het Prinsenhof te Brugge werd in 2004 een belangrijk muntdepot ontdekt. Er kwamen in totaal 578 kronen aan het licht. Ze dateren uit de regeerperiodes van Maria-Theresia (1740-1780) en Jozef II (1780-1789). Het depot bevat een bijna ononderbroken reeks munten vanaf 1755 tot 1787. De kroon, ook wel kroondaalder genoemd, werd in 1755 ingevoerd ter vervanging van de zwaardere dukaton. Het theoretische gewicht van de kroon bedraagt 29,44 g. De schat van het Prinsenhof heeft alle kenmerken van een “spaarschat”, er is namelijk slechts één type munt aanwezig en de munten zijn van uitstekende kwaliteit. Archiefonderzoek toont aan dat het muntdepot is gevonden op een terrein dat, op het tijdstip van verberging, toebehoorde en bewoond was door Louis Legillon, baron van Bassegem. Hij werd in 1792 schepen in de Stadsmagistraat. Het depot werd tevens aangetroffen in de onmiddellijke buurt van het Brugse muntatelier. Hoewel sedert 1755 gesloten, behield dit atelier twee functies, enerzijds als controlebureau voor edele metalen, anderzijds als wisselkantoor. Betrok de familie Legillon de munten onmiddellijk uit het wisselkantoor of hebben we misschien te maken met een deel van de kassa van het wisselkantoor zelf dat bij de definitieve sluiting verborgen werd? In deze periode van politieke instabiliteit kunnen natuurlijk ook nog andere krachten een rol hebben gespeeld.