Noël Geirnaert
Sinds de 19de eeuw is het hier beschreven document bekend als het obituarium van het ambacht van de beeldenmakers en de zadelmakers. Hier wordt voor het eerst de voorkeur gegeven aan de term memorielijst. Dit vraagt enige toelichting. Zowel in een obituarium als in een memorielijst werden uitsluitend namen van overledenen geregistreerd. Ook andere documenten (jaargetijdenboeken, necrologia) bevatten namen van personen die bij hun overlijden werden geregistreerd.
Zowat dertig jaar geleden heeft de geleerde benedictijn Nicolas Huyghebaert de diverse soorten “necrologische documenten” duidelijk afgelijnd. Necrologia, obituaria, jaargetijdenboeken zijn lijsten van overledenen, opgesteld volgens de kalender en bestemd voor de herdenking op de sterfdag van deze overledene in een gemeenschap (een kapittel, een klooster, een broederschap of een parochie). Het kan dan gaan om zuiver liturgische boeken, m.a.w. voor gebruik tijdens de eredienst (necrologia), of om registers bestemd voor de voorbereiding van de eredienst of voor de vergoeding van celebranten en/of aanwezigen (obituaria, jaargetijdenboeken). Essentieel voor dergelijke documenten is dat ze zijn opgesteld volgens de kalender. Een eenvoudige lijst van overledenen, chronologisch volgens de (meestal niet vermelde) overlijdensdata, is geen obituarium of necrologium.
Het hier te bespreken document is een dergelijke eenvoudige lijst van overledenen. Het is dus zeker geen obituarium. Volgens Huyghebaert waren dergelijke registers niet bestemd om voor te lezen tijdens een liturgische dienst, maar tijdens het statutair banket van het ambacht. Deze opvatting vraagt toch om enige bijsturing. De lijst met overledenen van het Brugse schildersambacht is, zo blijkt uit het oudste dateringsgegeven, nauw verbonden met de kapel van het ambacht. Waarschijnlijk berustte het stuk zelfs in de schilderskapel (Zilverstraat). Het register begint overigens met de gebeden voor de overledenen, en een gelijkaardige tekst werd nog eens op papier toegevoegd in de 16de eeuw. Het ligt dan ook voor de hand dat dit register gediend heeft voor een jaarlijkse plechtige memoriedienst in de kapel van het ambacht. De Nederlandse historicus Peter Hoppenbrouwers wees in 1987 op een gelijkaardig register van de broederschap van Onze-Lieve-Vrouw in het Brabantse Heusden, dat voor dergelijke diensten werd gebruikt. In zijn uitvoerige studie over dit register gebruikte hij voor het eerst de term “memorielijst”. De memorielijst van het Brugse schildersambacht was dus oorspronkelijk bedoeld voor gebruik tijdens de eredienst in de kapel. De namen van de gestorven leden van het ambacht werden herdacht (“gememoreerd”) op een memoriedienst, die waarschijnlijk jaarlijks werd gehouden. Het is weinig waarschijnlijk dat bij die gelegenheid alle namen werden voorgelezen. Misschien werden wel de namen van de binnen het afgelopen jaar gestorven leden van het ambacht afgeroepen.