Back to top
Menu

Verantwoording kritische teksteditie

Jojanneke Hulsker

Klik hier voor de kritische editie in pdf. 

Bij de kritische editie zijn de volgende regels gehanteerd.

  • De woordvolgorde is gehandhaafd.
  • De regelgebonden transcriptie is niet gehandhaafd; de tekst is doorlopend weergegeven.
  • De afkortingen zijn stilzwijgend opgelost.
  • De weergave van de letters u/v/i/j/ii/ij is aangepast aan modern gebruik. De weergave van de y is conform gebruik in het handschrift.
  • Alle cijfers en getallen zijn weergegeven met Arabische cijfers.
  • De toepassing van hoofdletters is aangepast aan hedendaags gebruik voor een beter begrip van de tekst.
  • De toepassing van interpunctie is eveneens aangepast voor een beter begrip van de tekst.
  • De titels in de handschriftelijke tekst zijn gehandhaafd als titel. De titels zijn cursief weergegeven, met omringende witregels.
  • Paragraaftekens, rubriceringen en onderstrepingen zijn niet weergegeven. Indien deze handschriftelijke markeringen van belang zijn voor een juist begrip van de tekst, is dit door interpunctie vervangen.
  • De paragraafindeling is gewijzigd waar dit het begrip van de tekst bevorderde.
  • Vaag te onderscheiden tekens in het handschrift, zoals / en //, zijn niet weergegeven.
  • Doorgehaalde woorden of letters zijn niet weergegeven.
  • Toevoegingen boven de regel zijn zonder annotatie in de lopende tekst gevoegd.
  • Er zijn alleen aanpassingen gemaakt in de woordscheidingen, wanneer dit noodzakelijk was voor betere leesbaarheid (zoals de ontkenning ‘ne’ of ‘men’).
  • Evidente afschrijffouten zijn stilzwijgend gecorrigeerd.

Tot slot willen we hier het volgende aan toevoegen.

  • De pagina-indeling van de originele tekst is, net als in de diplomatische editie, aangehouden. Echter, de slotregels van de pagina’s zijn tussen haken uitgevuld met de erop volgende tekst.
  • Er is geen enkele diplomatische notitie toegevoegd. Dit is een kritische editie van de tekst, met als voornaamste doel een duidelijk leesbare tekst te creëren. De focus ligt daarom op de inhoud van de tekst. Voor enig commentaar met betrekking tot bijzonderheden van het manuscript verwijzen we naar de diplomatische editie in de scriptie van Jojanneke Hulsker.
  • Er zullen woordverklaringen worden gegeven, als dit nodig is voor een juist begrip van de tekst. Deze woordverklaringen zijn grotendeels ontleend aan het Middelnederlands Woordenboek. De verklaring wordt éénmaal gegeven, wanneer het onbekende woord voor het eerst voorkomt in de tekst.
  • In het geval dat dit het tekstbegrip kan verduidelijken, zal er in de annotatie vergeleken worden met een overeenkomstige passage uit de paralleltekst Kopenhagen GKS 1657. Deze is uitgegeven door B. Kusche. Dit zal op de volgende manier gedaan worden: GKS 1657 (pagina, regelnummer). Een andere paralleltekst waarnaar ook verwezen kan worden is Hamburg Cod.Med. 798. Deze is nog niet in editie verkrijgbaar en er zal daarom verwezen worden naar het manuscript zelf. Dit zal op de volgende manier gedaan worden: Cod.Med. 798 (pagina, regelnummer). Bij een vergelijking met de Latijnse Trotula tekst, zal gebruik worden gemaakt van de editie van M. Green. Hier zal op de volgende wijze naar verwezen worden: MS D.II.17 (paragraaf), gevolgd door zowel het Latijnse woord als de Engelse vertaling. Voor uitleg van maten en gewichten is gebruik gemaakt van de inleiding bij De Grabadin van Pseudo-Mesues, door L.J. VandeWiele. Hiernaar wordt verwezen met: (VandeWiele 1962: pagina).
  • Wanneer kruiden genoemd worden, hebben we getracht de correcte hedendaagse benaming in de annotatie op te nemen. De middeleeuwse kruidenwereld is echter moeilijk te reconstrueren, zelfs voor ingewijden. We waarschuwen de lezer dan ook hier in de editie kritisch mee om te gaan. We hebben de volgende bronnen gebruikt bij het interpreteren van kruidennamen:
    • Daems, W.F., ‘Van kersepitten en witte laurierbladeren. Notities bij een recente tekstuitgave,’ in Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde 100 (1984), pp. 151-153.
    • Green, M., The Trotula: A Medieval Compendium of Women’s Medicine. Philadelphia, 2001.
    • Braekman, W.L., Middelnederlandse geneeskundige recepten. Gent, 1970. Via DBNL.
  • Kusche, B., Frauenaufklärung im spätmittelalter. Eine philologisch-medizinhistorische Untersuchung und Edition des gynäkologisch-obstetrischen G KS. 1657 Kopenhagen. Stockholm, 1990.
  • Meijden, R. van der, Heukels’ Flora van Nederland. Groningen, 1996.
  • Heukels, H., Woordenboek der Nederlandsche volksnamen van planten. Opnieuw uitg. met een inl. van H.J.T.M. Brok. Utrecht, 1987.
  • VandeWiele, L.J., De Grabadin van Pseudo-Mesues. Gent, 1962.
  • Verwijs, E. en J. Verdam, Middelnederlandsch Woordenboek. Den Haag, 1885-1929.