Back to top
Menu
Romeinse kraagkom in een koperlegering

Dit fraai stukje tafelservies uit de Romeinse tijd, is uniek voor onze gebieden. Het betreft een kraagkom, een halfbolvormige kom op een standring of voet, met halverwege de wand een hoekig of rond afgebogen kraag. De meeste kraagkommen vinden we terug binnen het spectrum van het Romeins aardewerk en meer bepaald bij het luxe aardewerk “ terra sigillata”, en dat vanaf de 1ste  tot de 4de  eeuw na Chr. De metalen kom uit Zedelgem vindt zijn typologische equivalent bij deze terra sigillata-kom van het type Dragendorff 38. Onder de periode van keizer Hadrianus (117-138) begint dit komtype in aardewerk zich te manifesteren, met een zwaartepunt in de latere Antonijnse tijd. Het komtype verdwijnt geleidelijk uit productie in de loop van de 3de eeuw. Uit enkele vindplaatsen aan de Rijn-Limes zijn ook houten voorbeelden van dergelijke kraagkommen gekend. Exemplaren in metaal komen niet zo frequent voor. Er bestaan zeldzame uitvoeringen in zilver en ook in diverse koperlegeringen. Bij de zilveren stukken is de kraag doorgaans decoratief uitgewerkt. De iconografie op deze kraagkommen bestaat uit acanthusbladeren of uit objecten of figuren die te associëren zijn met Bacchus. Men gaat er dan ook van uit dat de metalen kraagkommen aan tafel gebruikt werden bij het nuttigen/aanlengen van wijn of het opdienen van vruchten of andere spijzen (maar waar ze echt voor dienden weet men eigenlijk niet goed; multifunctioneel?) Uit heel Gallië en het Rijnland staan slechts een zevental kraagkommen in koperlegering gerepertorieerd. Vermeldenswaard is dat bij sommige van deze zilveren en bronzen recipiënten een deksel hoorde: het prachtigste voorbeeld is de kom met versierd deksel uit de Mildenhall-schat (British  Museum). De kraagkommen in koperlegering zoals het Zedelgemse stuk, werden vooral tijdens de late 2de  of vroege 3de eeuw geproduceerd.

 

 

archeologie_11